Je leert wat de regels zijn rond dierenwelzijn (zoals uit de Wet dieren) en hoe je die toepast op jouw boerderij. Jij zorgt er als beheerder voor dat er veilig en respectvol met dieren wordt omgegaan, en dat je medewerkers en vrijwilligers weten wat wel en niet mag. Je gaat aan de slag met het maken van beleid: afspraken over hoe je dingen organiseert en waar je voor staat. Denk aan huisregels, protocollen en kwaliteitskeurmerken. Dit helpt jou om duidelijkheid te geven aan je team én aan de buitenwereld.
Jij beslist of een dier erbij komt of juist weggaat. Je leert waar je dan op moet letten: wat mag wettelijk wel of niet, hoe zorg je voor goede registratie, en hoe maak je keuzes die passen bij je dierenbestand en de situatie op jouw boerderij. Je maakt kennis met het systeem van Identificatie & Registratie (I&R) voor dieren. Je leert wat je per diersoort moet bijhouden, hoe je dat doet, en waarom het belangrijk is om je administratie op orde te hebben — bijvoorbeeld bij controle of bij het aanvragen van subsidie.
Niet alles kan, dus je moet als beheerder keuzes maken. Je leert hoe je financiële, wettelijke en welzijnsaspecten tegen elkaar afweegt en hoe je tot goede, verantwoorde beslissingen komt die passen bij jouw organisatie.
Na deze module weet je hoe je de regels rond dierenwelzijn en registratie toepast in de praktijk en kun je daar helder beleid voor opstellen. Je maakt verantwoorde keuzes over het in- en uitplaatsen van dieren en werkt nauwkeurig met I&R en andere registraties binnen jouw kinderboerderij.